Like a pro: schrijftips van TPS'er Maxime
Tip 1. Klare taal
Maak niet al te lange zinnen, dat leest lastig (maximaal anderhalve regel). Schrijf liever actief dan passief. Laat dus de woorden ‘zullen/worden/kunnen’ uit je tekst. Zeg waar het op staat. Dus bijvoorbeeld: ‘Ik geef presentaties over …’ en niet ‘Ik zou presentaties kunnen geven over …’. Prikkel met je kop of onderwerpsregel. Een pakkende titel trekt de aandacht, verrast je en maakt je nieuwsgierig. Zo’n kop is kort en krachtig, in tegenwoordige tijd en zonder leestekens.
Tip 2. Schrijven is schrappen
Houd je tekst kort en krachtig, want less is more. Opsommingen en lijstjes (met bulletpoints) doen het altijd goed. Woorden die je vaak kunt schrappen zijn: terwijl, toen, dus, heel, namelijk, maar, toch, vaak, soms, meestal, uiteindelijk, eigenlijk, feitelijk. Deze hulpwoorden kun je vaak ook achterwegen laten: zullen, kunnen, moeten, worden, mogen, willen, gaan. Kortom, schrijven is schrappen.
Tip 3. Kill your darlings
Een andere tip is kill your darlings. Een advies dat je bij voorkeur niet letterlijk moet nemen. Zet een streep door je favoriete zinnen. Alles moet een functie hebben in jouw tekst. Houdt jouw favoriete zin de boel op? Dan kun je dat het beste schrappen, ook al is het met pijn in het hart.
Tip 4. Show don’t tell
De truc is om beeldende taal te gebruiken. Daarmee laat je minder ruimte voor twijfel. In plaats van iets te vertellen, kun je het beter tonen. Maak hierbij gebruik van je zintuigen. Wat zag je? Wat rook je? Hoe voelde dat? Zo kun je de lezer iets laten zien, ruiken, voelen en proeven.
Tip 5. Houd je uitroeptekens onder controle!!!
Uitroeptekens kunnen je tekst kracht bij zetten, maar ook afzwakken. Uitroeptekens gebruiken is schreeuwen voor schrijvers. Zeker in een zakelijke tekst kun je maar beter afsluitende punten gebruiken in plaats van uitroeptekens. Vaak heb je niet meer dan één of twee uitroeptekens nodig in een mail of brief. Gebruik uitroeptekens dus niet te veel en niet te vaak. Wil je toch een uitroepteken gebruiken, bij bijvoorbeeld een uiting van verbazing of aansporing dan is één uitroepteken voldoende.
Tip 6. Vermijd clichés
Clichés zijn ‘versleten’ uitdrukkingen. De sleutel tot succes, de spin in het web en de creatieve duizendpoot. Ze worden zo vaak gebruikt dat ze hun betekenis en kracht hebben verloren. Bij zinnen die zo vaak opduiken in een tekst dat ze gaan vervelen, is het bijna alsof je ‘blablabla’ leest. Jouw lezer slaat deze zinnen over, omdat ze vaak nietszeggend zijn. Dus waarom zou jij dit soort zinnen nog langer gebruiken?
Tip 7. Ken je doelgroep en pas je lay-out aan
Tegen wie heb je het eigenlijk? Klanten, opdrachtgevers of vakgenoten? Het is belangrijk dat je de juiste tone of voice vindt. Oftewel, schrijf op een manier die jouw doelgroep aanspreekt. Dit doe je bijvoorbeeld door iets te beschrijven waar jouw doelgroep zich in herkent of aangesproken door voelt. Dat maakt jouw tekst waardevol voor de lezer. Ga voor een goed gebruik van witruimte en een leesbaar lettertype. Welke lay-out je ook kiest, pas hem aan aan jouw stijl en houd rekening met de doelgroep.
Tip 8. Check, check, dubbelcheck
Last but not least. Wees nauwkeurig. Zorg dat je geen spel- en taalfouten maakt. Is spelling niet jouw sterkste punt? Vraag dan een collega om even naar jouw tekst te kijken. Iedereen heeft ten slotte wel een taalpurist in zijn omgeving.
Van welke collega denk jij te kunnen leren?