“In New York zijn er ontzettend veel koffiebarretjes”, begint Charif. “Het grappige is dat dat deze cafeetjes super klein zijn. De meesten werken zelfs met een retail vergunning, wat inhoudt dat er geen toiletten zijn en je er niet kunt lunchen. Het gaat echt puur om de koffie die ze serveren. Dat past sowieso wel bij New York, want daar heerst veel meer een ‘to go-cultuur’. Mensen willen snel bediend worden en gaan meteen weer weg, om hun koffie onderweg op te drinken.”
Op de vraag of deze cultuur overwaait naar Nederland, denkt hij kort na. “We hebben natuurlijk wel nog te maken met de Hollandse krenterigheid. Een overgroot deel van de Nederlanders heeft thuis nog steeds een Senseo- of een Nespresso-apparaat staan. Er wordt vaak gedacht: ‘waarom zou ik €2,50 uitgeven, als ik thuis koffie kan zetten?’ Dit terwijl we op nummer twee staan op de lijst van landen waar het meeste koffie gedronken wordt. We drinken dus ontzettend veel koffie, maar wel van slechte kwaliteit. In New York is dat anders, daar zijn ze gewend om geld uit te geven aan een goede bak en drinken ze liever geen slechte koffie.”
Goed, de Hollandse to go-cultuur laat dus nog even op zich wachten. Maar wat zijn trends die wij wel kunnen adopteren? Charif: “Wat we vaak tegenkwamen in New York, is coldbrew koffie. Dit is ijskoffie, maar dan op een andere manier bereid. Het is geconcentreerde koffie, die je koud maakt. De waterhoeveelheid die je nodig hebt om dat geconcentreerde te tackelen, vul je aan met ijsblokjes. De koffie wordt dan wel bitter, maar dit kun je compenseren met siroop. In Nederland kennen we dit al een beetje, in de betere koffiezaken kun je het misschien wel krijgen. Maar echt groot is het nog niet. Zelf vond ik het apart dat ze het in Amerika ook in de winter drinken, ik dacht dat het echt een zomerproduct was. De Amerikanen zijn het gewend: je kunt de koffie makkelijk drinken, omdat deze niet heet is. En zo krijg je toch je cafeïne binnen. Bovendien zijn er allerlei verschillende smaken door de toevoeging van siroop.”
Nitro is een variatie op coldbrew. “Je maakt coldbrew koffie en schenkt dit over in een soort fust. Dat wordt gekoppeld aan een tapsysteem en dan wordt er koolzuur aan toegevoegd. Dan krijg je creamy koffie met een licht bubbeltje, het is echt heel lekker! In Amerika kun je dit zelfs in blikjes in de supermarkt kopen.”
Coldbrew is niet de enige trend die Charif tegenkwam. “Wat je er veel ziet, is drip coffee. Dit is kwalitatief goede filterkoffie. Heel anders dan wat er uit je Senseo komt. Veel koffiezaken in New York hebben grote tapkannen staan, met verse koffie uit een filterapparaat. Zelf dacht ik dat het meer zou gaan om de espresso’s en cappuccino’s, maar dit bleek niet zo te zijn. Espresso is een smaakbom, het is heel geconcentreerd. Filterkoffie is minder complex en dus kun je er meer dingen uithalen qua smaak. Je kunt het een beetje vergelijken met port en wijn. Port heeft een moeilijke en complexe smaak, terwijl je in wijn veel meer dingen kunt proeven. De lekkerste filterkoffie die ik ooit heb gedronken, smaakte naar verse aardbeien. Dat is het leuke van filterkoffie: je kunt super mooie koffie krijgen met veel fruitsmaken.”
Als het aan hem ligt, waaien deze trends over naar Nederland. “De Nederlandse markt is een beetje verpest, vanwege de mentaliteit ‘koffie is koffie’. We lopen erg achter op koffiegebied. Niet alleen op New York, maar ook op bijvoorbeeld Australië. Wij zitten nu nog in de baristatrend, waar de beste barista’s werken in mooie espressozaken om de lekkerste koffie te schenken. In Australië zijn ze al veel verder en focussen ze zich op hospitality. Dit omdat je er overal wel goede koffie kunt krijgen, met service maak je het verschil. Daar wil ik me graag mee identificeren, dat vind ik namelijk heel belangrijk. Zelf zet ik me maximaal in om met nieuwe dingen te blijven komen en de trends in de gaten te houden.”
Na een aantal dagen in the Big Apple gaat Charif vol nieuwe inzichten naar huis. “Wat ik heel mooi vind, is dat je helemaal geen grote zaak hoeft te hebben om iets van de grond te krijgen. Zelfs de kleinste koffiebar had daar zijn eigen merchandise, van T-shirts tot mokken met een eigen brand. Dat zouden we met Elephant Trunk ook graag willen doen. Een andere droom is om te groeien en naast de mobiele bars die we nu hebben, een vaste espressobar te openen. Het hoeft niet groot te zijn, maar juist klein en knus. Een plek met een grote doorloopsnelheid, waar je puur voor de koffie komt.”
Mooie vooruitzichten dus, maar wat is ervoor nodig om er te komen? “Ik houd mezelf altijd voor dat je oog moet blijven houden op je product en dat je moet blijven ontwikkelen en innoveren. Niet alleen meegaan in de tijd, maar voor je tijd uit zijn. En blijf doen waar je goed in bent. Als je dingen wil doen waar je de kennis nog niet voor hebt, werk dan samen met een partij die dat wel heeft. Dat doen wij met Bocca, ons koffieleverancier, zodat we het wiel niet zelf hoeven uit te vinden.” Op naar nog veel meer mooie koffieavonturen dus. En wat als norm in New York geldt, is ook het motto van Charif: the sky is the limit.
Enthousiast over TPS?