arrow icon-arrow-slider icon-instagram icon-linkedin icon-close icon-play
Leren

Een onvergetelijke ervaring in Ghana

#Vrijwilligerswerk #ontwikkeling #Ghana
Liesbeth Ghana
Vol verbazing kijkt Liesbeth om zich heen in de kleien hut. Ze is wel vaker in ontwikkelingslanden geweest om vrijwilligerswerk te doen, maar het blijft toch elke keer een realiteitscheck. De boer en tevens huiseigenaar wijst naar zijn bezittingen: een groot matras waar het hele gezin op slaapt, een stapel met allerlei kleding en een klein stelletje om op te koken. Ze leven op nog geen 12 vierkante meter met zes personen, zonder stromend water.

Een paar weken later zit Liesbeth tegenover me, een nieuwe ervaring rijker. Samen met een hele groep is ze naar Ghana geweest om vrijwilligerswerk te doen. Hier gingen maanden aan voorbereiding aan vooraf, waarin iedereen er alles op alles heeft gezet om geld in te zamelen voor dit project. “Uiteindelijk is het onwijs mooi om te zien waar je zo hard voor gewerkt hebt. Toen we in Ghana waren, kwam alles samen”, begint Liesbeth haar verhaal. In totaal is ze tweeëneenhalve week in het Afrikaanse land geweest. 

Acclimatiseren

“We werden meteen vriendelijk onthaald toen we in de aankomsthal van het vliegveld stonden. Er waren een aantal weeskinderen en de directeur van de stichting waar we ons voor zouden inzetten, was meegereisd om ons welkom te heten.” De groep stapt op het vliegveld over op een bus voor een rit van acht uur. “We reden naar het dorpje Nsuatre, waar we even konden acclimatiseren. Het was meteen een goede kennismaking met de cultuur van het land, want het bleek deze dag funeral day te zijn. Iedereen was gekleed in zwart met rood en er klonk de hele dag muziek. Overal hingen foto’s van overledenen en er werden verschillende ceremonies georganiseerd om hun leven te eren. Dat was heel indrukwekkend, in Nederland kennen we dat helemaal niet.”

De volgende dag maken ze kennis met het Ghaneese voedsel. “De bevolking daar verbouwt hun eigen voedsel. Wat ze maken, eten ze op. We hebben Fufu gegeten, een soort bal van aardappelen met cassave en bakbananen, geserveerd met een pindasausje. Voedsel is daar functioneel: je eet om je maag te vullen. De balletjes zijn super voedzaam en het is de bedoeling dat je ze meteen doorslikt, zonder te kauwen. Voor ons is dat heel raar, het voelde bijna alsof ik paracetamol aan het eten was.”

"Het werk van de stichting is super belangrijk"

Start met de projecten

In Nsuatre staat de compound van de stichting waar de groep zich in deze periode voor in gaat zetten. Hier treft de groep onder andere een weeshuis, een gehandicaptenopvang en een eetzaaltje aan. “Het was daar zomervakantie, dus twee zalen werden omgebouwd tot slaapplekken voor ons. Iedereen kreeg een bed met matras en een klamboe.”

Vanaf de compound gaan de vrijwilligers elke dag op pad. “We hadden drie verschillende projecten, waar we opgedeeld in groepen aan werkten. Onze groep ging als eerste naar Adunya, een dorpje op 15 kilometer afstand. In een oud busje reden we 45 minuten over een zandweg met allemaal gaten. Je reed echt de onbewoonde wereld in, waar je alleen maar bossen en zandweg kon zien.” Dan bereikt de groep het dorp. In dit dorpje heeft de stichting 11 jaar geleden een waterput geslagen, een school opgezet en een kliniek gebouwd. “Daarvoor waren er geen voorzieningen in het dorp”, weet Liesbeth. “Als mensen dringend zorg nodig hadden, moesten zij 15 kilometer lopen naar het ziekenhuis. Er werd een verhaal verteld over vrouwen die moesten bevallen, maar niet de juiste zorg kregen en het niet gehaald hebben. Het werk van de stichting is super belangrijk, want nu kunnen vrouwen in de kleine kliniek binnen het dorp bevallen. Dan zijn de risico’s veel kleiner.” 

Muurschildering Liesbeth

Donatie van TPS

In Adunya werkt de groep aan de bouw van een keuken en een sanitair gebouw. “Het sanitaire gebouw hebben we kunnen bouwen van de donatie van TPS. Het is mooi om te zien dat we het geld konden investeren in iets heel concreets. Elke dag kom je weer een stukje verder, je voortgang is heel zichtbaar. Dat geeft wel een goed gevoel.” Tijdens de verschillende projecten wordt iedere groep begeleid door een mentor, die de Ghanese taal spreekt. Hij heeft hier een jaar gewoond en is er een paar keer op vakantie geweest, dus hij kent het land goed en kan er veel mooie dingen over vertellen. 

“Op die manier konden we met de bevolking communiceren, al waren er ook veel mensen die Engels spraken. Daar krijgen ze les in op school. Wat mij opviel, is dat de mensen in Ghana heel gastvrij zijn. Iedereen maakte daar tijd voor je, ondanks dat zij het druk hadden met zorgen voor zichzelf en zo’n grote groep. In Nederland leven we altijd zo in haast, wij zouden echt wat kunnen leren van de mensen daar. De inwoners zijn arm, maar wel tevreden. Ze zijn heel zelfvoorzienend en hebben daarom minder nodig. Ik ben ook in Namibië geweest, daar was de problematiek van een andere aard. Je zag op straat veel drugsgebruik en geweld. In Ghana heb ik dit niet gezien.”

Het tweede project waar ze zich deze weken mee bezighouden, is de senior high school. Hier wordt een bijgebouw gebouwd, waar de leraren en administratie gebruik van kunnen maken. "Het is wel mooi om te zien dat kinderen op school leskrijgen in zaken die voor hen echt relevant zijn. Zo leren ze hun eigen gewassen te verbouwen en gaan ze met de producten die ze over hebben naar de markt om te leren hoe ze dit kunnen verhandelen.” De vrijwilligers schilderen de betonnen muur die om de compound heen staat. Eerst was deze beton-grijs, nu rood met blauw, versierd met muurschilderingen. Liesbeth: “Ik houd zelf van handlettering, dus daar heb ik een grote schildering van gemaakt.”

Het is een ervaring die je de rest van je leven meeneemt

Kidsclub

De kidsclub vormt het derde en laatste project. In de ochtend werken de Nederlanders aan voorbereidingen voor die dag, ’s middags gaan zij met de kinderen naar de kerk. Vervolgens is het tijd om spelletjes te spelen en te knutselen. “We hadden tijdens onze shift 420 kids, echt een grote groep. We hebben met ze getekend, spelletjes gespeeld en geknutseld. Je krijgt echt een energieboost als je de kinderen zo blij ziet.”  

Tweeëneenhalve week werkt de groep iedere dag hard aan de projecten. Dan komt toch echt de tijd om weer naar huis te gaan. Het is een ervaring die ze nog lang bij zal blijven. “Voor mij was de sfeer het meest bepalend in deze weken. We hadden echt een leuke groep, waardoor het elke dag een groot plezier was om aan het werk te gaan. De gesprekken met locals waren indrukwekkend, ze zijn heel dankbaar voor het werk dat we hebben gedaan. In Adunya hielpen de kinderen zelfs met stenen slepen.” Moeilijke momenten waren er ook: “Ik vond het bezoek aan het huisje heel confronterend. We hadden die dag een gesprek met de oprichter van de stichting, die vertelde dat niet iedereen in de omgeving toegang heeft tot schoon drinkwater. Dan denk ik: hoe kan dit anno 2018? In het regenseizoen vangen de mensen het regenwater op, koken ze het en drinken ze het vervolgens op. Maar als er geen regen valt, drinken ze het water in de kuilen op straat. Dat is natuurlijk allesbehalve gezond. Daarom wil de stichting op nog veel meer plekken waterputten slaan.”

Dankbaar

Liesbeth heeft in ieder geval een mooie tijd gehad en een nieuwe cultuur leren kennen. Haar missie is om ooit terug te gaan naar Ghana om het land verder te ontdekken. Voor nu is haar besefmoment helder: “Je moet dankbaar zijn voor wat je hebt. We willen heel veel, maar de basis is al goed in Nederland. Het hoeft niet altijd veel of groots. Ik zou het mensen zeker aan te raden om naar een ontwikkelingsland te gaan. Het is een ervaring die je je rest van je leven meeneemt.”

Enthousiast over TPS?
Lees één van onze andere verhalen